Krijgt u zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz)? En heeft u hulpmiddelen nodig? Die hulpmiddelen kunnen dan op verschillende manieren vergoed worden. Dit is afhankelijk van uw situatie.
De informatie op deze pagina is bedoeld voor mensen met zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). U kunt Wlz-zorg thuis of in een zorginstelling krijgen. Heeft u geen indicatie voor Wlz-zorg? Kijk dan bij het algemene onderwerp Hulpmiddelen.
Soorten hulpmiddelen in de Wlz
De Wlz kent drie soorten hulpmiddelen. Voor iedere groep gelden andere regels. Het gaat om:
Mobiliteitshulpmiddelen
Dit zijn hulpmiddelen om je te verplaatsen of te bewegen: een rolstoel, aangepaste fiets, scootmobiel, aangepaste wandelwagen en aangepaste autostoel voor kinderen.
Hulpmiddelen voor verzorging en wonen (roerende voorzieningen)
Dit zijn bijvoorbeeld tilliften en (niet-aangepaste) hooglaagbedden, die door meer mensen gebruikt kunnen worden.
Persoonsgebonden hulpmiddelen
Dit zijn bijvoorbeeld incontinentiemateriaal en orthopedische schoenen. Ook communicatiehulpmiddelen kunnen hier (deels) onder vallen.
Wanneer is er sprake van verblijf?
Voor de vergoeding van hulpmiddelen bij Wlz-zorg is belangrijk of u zelfstandig woont, of in een Wlz-instelling woont. Wat is het verschil?
U woont zelfstandig als u de huur/hypotheek en energiekosten van uw eigen inkomen betaalt. Ook als u de woning via de zorgaanbieder huurt.
Zijn de woonkosten bij de Wlz-zorg inbegrepen? Dan woont u in een Wlz-instelling (verblijf).
Vergoeding van hulpmiddelen en voorzieningen
Kies uw situatie om te zien hoe de hulpmiddelen vergoed worden.
Mobiliteitshulpmiddelen
U kunt mobiliteitshulpmiddelen aanvragen bij uw gemeente op grond van de Wmo.
Hulpmiddelen voor zorg en wonen (roerende voorzieningen)
Hoog-laagbed: altijd bij de zorgverzekeraar
Andere roerende voorzieningen zoals een tillift of douchestoel:
Zorgverzekeraar als u ze waarschijnlijk korter dan 6 maanden nodig heeft.
Gemeente als u ze langer dan 6 maanden nodig heeft.
Persoonsgebonden hulpmiddelen
Deze vraagt u aan bij uw zorgverzekeraar.
Woningaanpassingen
De gemeente vergoedt bepaalde woningaanpassingen op grond van de Wmo, ook voor mensen met een Wlz-indicatie die thuis wonen. Lees hierover meer op de pagina woningaanpassingen.
Veel mensen krijgen Wmo-ondersteuning vanuit de gemeente voordat zij een Wlz-indicatie krijgen. Misschien heeft u daardoor al een geschikt hulpmiddel van uw gemeente. Wat gebeurt er als u een Wlz-indicatie krijgt?
U blijft zelfstandig wonen
Uw gemeente blijft verantwoordelijk voor uw mobiliteitshulpmiddelen als u thuis blijft wonen met zorg vanuit de Wlz.
U woont zelfstandig en gaat verhuizen naar een zorginstelling
U bekijkt met een ergotherapeut of fysiotherapeut of het mobiliteitshulpmiddel moet worden vervangen.
Zo ja, dan krijgt u een nieuw mobiliteitshulpmiddel vanuit de Wlz. Het zorgkantoor betaalt dit.
Zo nee, dan neemt het zorgkantoor uw op maat gemaakte hulpmiddel over. Dit is afgesproken in het landelijk verhuisconvenant.
U (of uw kind) gaat regelmatig thuis logeren
Landelijke partijen werken aan afspraken om hulpmiddelen thuis te behouden als u of uw kind naar een instelling verhuist. Kijk onder 'Ik woon in een instelling en ga regelmatig op (familie)bezoek' voor meer informatie.
Hulpmiddelen vanuit de Wlz
De meeste hulpmiddelen worden betaald vanuit de Wlz. De instelling heeft hier budget voor. Soms geeft het zorgkantoor extra budget, bijvoorbeeld bij communicatiehulpmiddelen.
Uitzonderingen
Er zijn enkele uitzonderingen:
Persoonsgebonden hulpmiddelen
Deze vallen alleen onder de Wlz als u in een instelling woont, daar behandeling krijgt en de hulpmiddelen noodzakelijk zijn voor de zorg. Het gaat dan niet alleen om de behandeling, maar ook om verpleging, verzorging en begeleiding. Zie ook: Handreiking hulpmiddelen, hoofdstuk 4.1.
Krijgt u geen behandeling in de instelling waar u woont? Dan vallen de persoonsgebonden hulpmiddelen altijd onder de zorgverzekering.
Sociaal vervoer
De gemeente organiseert gezamenlijk vervoer voor mensen met beperkingen. Meestal is het een taxibusje dat in uw omgeving rijdt, bijvoorbeeld naar het winkelcentrum.
Dit vervoer is bedoeld voor sociale activiteiten. Als bewoner van een Wlz-instelling kunt u dit vervoer gebruiken. U kunt dit aanvragen bij uw gemeente.
U heeft nog mobiliteitshulpmiddelen van uw gemeente
Voor 1 januari 2020 betaalde de gemeente soms mobiliteitshulpmiddelen voor mensen in een instelling. Heeft u zo'n hulpmiddel van uw gemeente? Dan blijft uw gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud en eventuele aanpassingen van uw hulpmiddel. Zodra vervanging nodig is, wordt het zorgkantoor verantwoordelijk.
Verhuist u naar een zorginstelling in een andere gemeente en is uw hulpmiddel nog niet aan vervanging toe? Dan wordt de nieuwe gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud van uw hulpmiddel. Uw 'oude' gemeente draagt dit over aan uw nieuwe gemeente.
Als u of uw kind in een instelling woont en regelmatig op (familie)bezoek gaat, kunnen daar ook hulpmiddelen nodig zijn. Hoe is dat geregeld?
Bezoekbaar maken van de woning
Staat de instelling in dezelfde gemeente als de woning van de familie/naasten? Dan kunt u bij de gemeente voorzieningen aanvragen om de woning bezoekbaar te maken. Bezoekbaar houdt in dat u de woning in kunt, en één verblijfsruimte en het toilet kunt gebruiken. Dit staat in de Wmo.
Staat de instelling in een andere gemeente? Dan zijn hier geen landelijke regels voor. Sommige gemeenten hebben zelf vastgelegd dat ze ook dan één woning bezoekbaar maken. U kunt dit navragen bij uw gemeente.
Behoud hulpmiddelen thuis om te logeren
Wilt u (of uw kind) na verhuizing naar een Wlz-instelling regelmatig thuis blijven logeren? Dan kunt u bepaalde hulpmiddelen behouden die u thuis al heeft.
Deeltijdverblijf wil zeggen dat u deels in een instelling woont, en deels thuis. Vaak zijn dan op beide plekken hulpmiddelen en aanpassingen nodig. Zie de pagina Deeltijdverblijf voor informatie over vergoeding van hulpmiddelen tijdens deeltijdverblijf.
Meer informatie over mobiliteitshulpmiddelen vanuit de Wlz
Wie beoordeelt of een mobiliteitshulpmiddel vanuit de Wlz verstrekt wordt?
De ergotherapeut of fysiotherapeut van de zorginstelling vraagt samen met u een mobiliteitshulpmiddel aan bij het zorgkantoor. Het zorgkantoor beoordeelt of u het hulpmiddel krijgt. Hiervoor stellen de zorgkantoren landelijke beoordelingsregels op.
Eigen bijdrage
Uw eigen bijdrage voor de Wlz verandert niet als u een mobiliteitshulpmiddel vanuit de Wlz ontvangt. U hoeft geen aparte eigen bijdrage te betalen voor het hulpmiddel.
Persoonsgebonden budget
Bij verblijf in een Wlz-instelling is geen pgb mogelijk. Dat geldt ook voor de mobiliteitshulpmiddelen. U ontvangt de hulpmiddelen in natura.
Als u Wlz-zorg thuis ontvangt, is uw gemeente verantwoordelijk voor uw mobiliteitshulpmiddelen. Uw gemeente kan hiervoor een pgb beschikbaar stellen, als u aan de voorwaarden voldoet.
Informatie over de hulpmiddelen zelf
Kijk op de Hulpmiddelenwijzer voor informatie over de verschillende soorten hulpmiddelen: